Een nieuw begin

Daar zit ik dan op mijn studeerkamer. De datum is 1 augustus en vandaag is het begin van mijn proponentschap, het traject dat bedoeld is om kennis te maken met de VPKB, in het algemeen, maar het eerste half jaar specifiek in Antwerpen. Zoals u hebt kunnen lezen in De Band zal ik meelopen in allerhande kerkelijke activiteiten in Antwerpen, van het havenpastoraat tot het woensdagmiddaggebed in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal en van het Bijbelhuis tot de Contactgroep Joods Christelijke Betrekkingen. En alles daar tussenin.

Deze maanden zijn voor ons in veel opzichten een nieuw begin. Voor het eerst wonen wij voor langere tijd in België. Eind september staan wij ook voor een nieuw begin, wanneer wij een kindje verwachten. Het begin van een nieuw leven. Maar ook het proponentschap is een nieuw begin. Voor het eerst ga ik werken in België. En wat van nog groter gewicht is: voor het eerst ga ik permanent werken in dienst van de kerk.

De eerste weken dat wij in België woonden hebben we ons best gedaan om de stad een beetje te verkennen. Verkennen van de stad begint heel praktisch, met ontdekken waar de dichtstbijzijnde supermarkt is, hoe men het snelst fietst naar verschillende plaatsen in de stad, enzovoorts. En niet te vergeten: wat de snelste weg is vanaf huis naar de Bexstraat! Daarnaast leer je een stad ook kennen door rond te fietsen en de sfeer op te snuiven in de verschillende wijken. Ook dat is een nieuw begin: wonen in een grotendeels onbekende stad. En met dat nieuwe begin dient zich ook meteen de vraag aan wat de verwachtingen zijn, van het wonen hier, maar natuurlijk in het bijzonder de verwachtingen van het proponentschap en het predikantschap in Antwerpen. Dat is de vraag waarmee ik ook rondfietste in de stad.

Een nieuw begin is een zoektocht. Een tocht die je onderneemt omdat het interessant en avontuurlijk is. Maar bovenal -zo ervaren Veerle en ik het- een zoektocht waartoe je je geroepen weet. Een studiegenoot preekte in zijn intrededienst eens over Abraham, die werd geroepen naar een onbekend land. ‘Ga naar het land dat ik je zal wijzen’. Abraham ging en zo begon het verhaal van God met zijn volk. Het verhaal waarin wij, als gemeente van Jezus Christus, opgenomen zijn. Ieder van ons wordt geroepen om mee te gaan op die weg. Steeds weer weg uit het vertrouwde, in blindelings vertrouwen op de Heer.

 Op die wijze begint voor mij ook het proponentschap. Als een zoektocht. Een zoektocht naar wat? Afgelopen vakantieweken las ik het boek De ontdekking van de hemel van Harry Müllisch. Los van het enigszins ingewikkelde plot werd ik geraakt door een ander element. Het verhaal gaat over Onno, een wetenschapper en politicus die zijn christelijke wortels losgelaten heeft, maar toch steeds doordrongen blijft van de taal en de verhalen van de kerk. Echter, zijn zoon, Quinten, groeit op zonder ook maar iets te weten van geloof, bijbel en kerk. Datzelfde merkten we toen we ons inschreven in de stad. De man die de inschrijving deed gaf aan ‘zelfs het onderscheid tussen katholiek en protestant niet te weten’. Daar hebben we in onze tijd mee te maken. Een generatie die opgroeit zonder enig besef van God, geloof en kerk. En daarnaast zijn er zovelen voor wie de kerk heeft afgedaan, bij wie woorden als ‘God’ en ‘geloof’ slechts weerstand oproepen.

Dat besef kwam ook naar voren tijdens het rondfietsen door de stad. In barokjaar 2018 ademt de stad nog de erfenis van het christendom. Antwerpen heeft vijf prachtige Gothische kerken vol met barokke kunst, kerken die vele toeristen trekken. De stad ademt de bijbelse verhalen,  die ons worden verteld door Jordaens, Quinten Matsys en Rubens. Maar is dat voor veel mensen niet meer dan een historisch gegeven, de kerk een museum en de christelijke gemeente een artefact uit vroeger tijden? De vraag die zich dan aandient is: kunnen we nog verbinding te leggen tussen onze geloofservaring en de seculiere samenleving?

Het proponentschap staat voor mij in het teken van die zoektocht naar de verbinding tussen de stad met al haar aspecten en de God die wij ervaren in ons leven, in de liturgie en in de gemeente. God spreekt door de bijbel tot ons, maar hoe leggen we dat nog uit aan onze seculiere tijdgenoten? Maar het is niet alleen de zoektocht naar verbinding, het is ook een zoektocht naar God zelf, naar de Stem die ons roept. Kunnen we de Heer zelf vinden in de stad? Kunnen we ook hier Jezus vinden tussen de ‘zondaren en tollenaren’ van onze tijd? Bij uitstek laat het evangelie toch zien dat God (nog altijd) mensen opzoekt. Hoe kunnen wij als gemeente mensen meenemen in die ervaring, dat God ‘niet loslaat wat zijn hand begon’?

In mijn zoektocht naar antwoorden op al die vragen en naar nieuwe vragen wil ik u komende maanden meenemen. In de hoop dat de dit ons ook als gemeente helpt, bij onze  roeping in de stad. Steeds op de website en in De Band houd ik u op de hoogte van mijn belevenissen in het proponentschap. Daarnaast ben ik op zondag ook in de gemeente aanwezig, de eerste periode meestentijds als kerkganger, maar ook een enkele keer als voorganger. In elk geval zie ik uit naar de ontmoeting met u allen. Schroom ook niet om vragen te stellen over wat u gelezen hebt.

Prop. Barry Kriekaard

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *